In de tuin – Het leven wint!
7 maart 2025Diaconie – verantwoording collectes januari 2025
7 maart 2025Gemijmer bij een krokus
Wordt u er ook zo vrolijk van dat overal in de grasstroken de krokussen staan te bloeien?
Met hun paars en geel zijn ze een vrolijke belofte van de lente. Wat kan een mens daar naar verlangen!
In het liedboek staat een lied over de krokus. We zullen het binnenkort eens zingen.
‘In de bloembol is de krokus, in de pit de appelboom, in de pop huist een belofte: vlinders fladderen straks weer rond. In de koude van de winter groeit de lente ondergronds, nog verborgen tot het uitkomt, God ziet naar de schepping om.’
Het is een scheppingslied over de belofte die de natuur altijd weer in zich heeft. Aan het verstrijken van de seizoenen, de winter die plaats maakt voor het voorjaar, mogen we Gods trouw aflezen. In alle seizoenen van het leven zal Hij bij ons zijn.
Daarover gaat het tweede couplet. De woorden zijn abstracter maar hebben voor ieder mens hun eigen betekenis; Het zingt van stilte en duisternis en hoe een mens wordt gevormd of getekend door het verleden.
Elke stilte kent zijn zingen, zoekt een woord en melodie, ieder duister wacht een morgen in dat licht is alles nieuw. Het verleden bergt de toekomst, wat die brengt, je weet het niet, nog verborgen tot het uitkomt, God alleen herschept en ziet.
We kunnen het uithouden in onzekere tijden wanneer we vertrouwen dat God onze levenstijd in zijn hand houdt en dat we met Hem, of door Hem, mogen verwachten dat kwade en goede dagen elkaar afwisselen. Tot het einde toe: In ons einde is de aanvang, in de tijd oneindigheid, in de twijfel ligt geloven, in ons leven eeuwigheid, in de dood het nieuwe leven, overwonnen alle strijd, nog verborgen tot het uitkomt, God alleen herkent die tijd. Ons sterven aan dit leven is geen einde maar een nieuw begin.
Niet alleen in het gras maar ook tussen de tegels steken ze hun kopjes op. Ze hebben niet veel nodig en wortelen niet diep. Ze kunnen maar zo vertrapt worden door een onoplettende voetganger. Kwetsbaar staan ze daar.
Heeft dichter Okke Jager dit beeld voor ogen gehad toen hij die dierbare dichtregels schreef: Hoe kostbaar is een kwetsbaar mens?
‘Verraadt ons aller angst zich niet In wie het leven weerloos liet?
De glasglans stemt de blazer mild. De kaarsvlam vormt de hand tot schild.
De krokus wijst beton zijn grens. Hoe kostbaar is een kwetsbaar mens’.
Onderweg naar Pasen denk ik aan Jezus, dappere krokus tussen mensen die hem afwezen en in hem een bedreiging zagen voor hun eigen goed betegelde straatje. Gelukkig zijn er steeds weer mensen in wie wij ook dat onverzettelijke kwetsbare zien. Vlammetjes die je met de hand zou willen beschermen tegen uitwaaien. Hoopvolle en kleurrijke krokussen die vertellen van andere tijden. Kwetsbaar zijn ze en o zo kostbaar.
Via deze link is het lied ‘In de bloembol is de krokus’ (NL 982) te beluisteren in een uitvoering van Petrus in het land. https://www.youtube.com/watch?v=7XdUd1ilaMU